Skip to main content

Overslag

Bij golfoverslag slaan golven over een waterkering heen, waardoor het water op het binnentalud en het achterliggende land terechtkomt. Bij te veel overslag is het verkeerstechnische gebruik van de waterkering niet meer mogelijk en kan schade aan het binnentalud optreden.

Wat is het?

Bij golfoverslag slaat of golft er onregelmatig water over de dijk. De hoeveelheid water kan veel zijn, maar de duur is steeds kort. Golfoverslag ontstaat door een combinatie van een hoge buitenwaterstand en een grote golfhoogte (ten gevolge van een harde wind of scheepvaart). Het water hoeft dus nog niet tot aan de kruin te staan in geval van overslag. In veel gevallen zal er sprake zijn van lokale golfoverslag, omdat de kruinhoogte niet helemaal egaal over de hele dijklengte.

Wat gebeurt er?

De hoeveelheid water dat over de dijk komt zal meestal niet het probleem zijn. Dijken zijn erop berekend dat er af en toe golven over de dijk komen. Maar als er veel of grote golven over de dijk slaan, kan het binnentalud beschadigd raken. Door infiltratie bij overslag kan de bekleding op de kruin en het binnentalud verzadigd raken. Hierdoor kan verweking en erosie van de kruin en het binnentalud optreden, met mogelijkerwijze een dijkdoorbraak ten gevolg. Golven kunnen natuurlijk ook het buitentalud beschadigen.

Wanneer golven tot minder dan een halve meter onder de kruin tegen de dijk oplopen, moet dit gemeld worden aan de dijkpost. Tevens moet dan regelmatig worden gecontroleerd op overslag. Ook dient de oorzaak (bijvoorbeeld wind of scheepvaart) te worden vermeld. Als de golfoploop te hoog wordt kan de dijkpost opdracht geven de kruin plaatselijk op te hogen (zandzakken, strobalen etc.). Als er golven over de dijk komen, moet er nagegaan worden of het binnentalud hierdoor beschadigd wordt. Ook moet bekeken worden of het water alleen langs het talud naar beneden stroomt of in het talud infiltreert. Bij infiltratie verdwijnt het water in de dijk. De sterkte van de dijk neemt hierdoor af. Ook van het water dat langs het talud naar beneden stroomt moet nagegaan worden waar het blijft.

Langs rivierdijken en boezemkaden zal golfoverslag veel minder een probleem zijn. De golven op rivieren zijn veel kleiner dan op zee of op de meren i.v.m. de beperkte strijklengte. Bij zeedijken speelt dit faalmechanisme echter een hoofdrol.

Als er veel golfoverslag optreedt zijn maatregelen meestal niet meer mogelijk. De dijk is dan onbegaanbaar voor personen en verkeer. Mogelijkerwijs kunnen nog inspecties binnendijks worden uitgevoerd, om na te gaan of het binnentalud beschadigd raakt.

Hoe ziet het eruit?

Op de website van de EurOtop-manual is een aantal video's beschikbaar, die verschillende intensiteiten van golfoverslag aanschouwelijk maken.

 

Animatie faalmechanisme golfoverslag

Welke andere faalmechanismen kunnen optreden?

Infiltratie in toplaag binnentalud: Bij hoogwater is er meestal sprake van grondwaterstroming door het dijklichaam. Door infiltratie bij overslag kan de bekleding op de kruin en het binnentalud verzadigd raken. De waterspanningen in de dijk nemen als gevolg hiervan toe, waardoor de gronddeeltjes minder vast op elkaar drukken en de stevigheid (sterkte) afneemt. Dit kan leiden tot verweking en afschuiving van een deel van het binnentalud.

Welke noodmaatregelen zijn mogelijk?